Lockdown 2020/21 in Frankrijk: het hele land staat stil – in de letterlijke zin van het woord. Sportverenigingen zijn gesloten, bijna niemand kan aan beweging doen. Kinderen zitten thuis. Een trieste boel, maar tegelijkertijd ook het begin van de École de Mouvement, de Bewegingsschool in Hagondange, een Frans plaatsje zo’n 60 kilometer van de Duitse grens.
Het concept van de Bewegingsschool is bedacht door de Belg Emile Rousseaux, de huidige trainer van het Franse nationale volleybalteam. Al in de jaren 80 hadden sportwetenschappers namelijk vastgesteld dat twaalfjarigen een slechte motoriek hebben en vaak helemaal niet zo graag bewegen. Daar wilde Rousseaux met zijn Bewegingsschool iets aan doen. Ook Nicolas Keller, zelf volleybaltrainer en oprichter van de Bewegingsschool in Hagondange, weet uit ervaring dat tegenwoordig veel vijftienjarige meisjes niet kunnen touwspringen – de coördinatie tussen armen en benen lukt gewoon niet zo goed. Met zijn École de Mouvement wil hij daar al in jonge jaren iets aan doen.
Alle kinderen van 18 maanden tot en met 8 jaar zijn hier van harte welkom om samen met hun ouders niet alleen aan sport te doen, maar ook het plezier aan beweging te ontdekken. Want voor de allerkleinsten zijn er in Frankrijk nauwelijks mogelijkheden om aan sport te doen. Bovendien hebben niet alle ouders een tuin waarin hun kind kan spelen.
Tijdens de eerste lessen in de Bewegingsschool was het erg stil in de hal: de ouders en kinderen deden rustig na wat de cursusleider had voorgedaan. En nu? Intussen is het een vrolijke chaos. De kinderen roepen luidhals door elkaar heen terwijl ze samen spelen – want intussen hebben ze meer zelfvertrouwen gewonnen. In het begin waren het 40 individuele deelnemertjes, nu zijn de 40 kinderen een echte groep geworden. Dat vindt Nicolas fantastisch. Hij is zelfs blij met het lawaai.
Hoe heeft hij het plezier bij de kinderen weten los te maken? Door hen in zijn cursus de mogelijkheid te geven zich te bewegen. Het gaat daarbij niet om het aanleren van een bepaalde sport, maar om het ontdekken van beweging in al zijn facetten: door springen, klimmen, rennen en gooien. In deze veilige omgeving mogen de kinderen er gewoon op los bewegen. De trainer begeleidt hen daarbij meer dan dat hij ze corrigeert.
Ook als volleybaltrainer werkt Nicolas op die manier. In zijn sport zijn er weliswaar veel vastgelegde bewegingen: welke voet het eerst naar voren gaat en welke beweging daarna komt ... Maar als een speler op een andere manier net zo efficiënt is, dan is dat ook in orde. Nicolas leert zijn spelers een techniek, maar schrijft hun niets voor. Zo werkt het ook bij de kleintjes: men laat hun zien hoe ze iets kunnen doen en dan mogen ze hun eigen techniek ontwikkelen – hun ouders helpen hen daarbij. Daardoor wordt bovendien de binding tussen kind en ouders versterkt.
Toen de Bewegingsschool van start ging, waren de ouders in eerste instantie sceptisch. Sommigen waren bang dat hun kinderen zich zouden bezeren. Anderen gingen ervanuit dat hun kinderen tot turners en turnsters zouden worden opgeleid. Maar inmiddels zijn allen overtuigd van het concept – en bevelen het bij anderen aan. De Bewegingsschool krijgt veel toeloop, hoewel ze nauwelijks reclame maakt. En het mooiste is dat de ouders, die in het begin nogal terughoudend waren en alleen foto’s maakten, nu ook volop meedoen. Want als we bewegen, bewegen we ook onze omgeving – plezier aan beweging werkt aanstekelijk. Dat laat dit voorbeeld heel goed zien.
De kinderen profiteren enorm van de Bewegingsschool op zondagochtend. De kleine Léo bijvoorbeeld, die tijdens de lockdown is geboren, was in tegenstelling tot zijn sportieve broertje vrij verlegen en terughoudend. Hij was bang om in de speeltuin te ver van zijn ouders weg te gaan. Na een paar weken in de École de Mouvement bedankte zijn vader zich bij de trainers, want Léo had hem onlangs zelf gevraagd of ze naar een speeltuin konden gaan en wilde daar evenwichtsoefeningen op een vrij hoge balk doen – een hele vooruitgang. Een autistisch meisje is door de oefeningen tot rust gekomen en heeft intussen nieuwe hobby’s ontdekt.
We hebben aan Nicolas gevraagd of hij zich wenst dat de kinderen later volleyballers worden. “Nee, nee,” zegt hij. “Ik wil alleen dat ze plezier in beweging hebben.” Als ze ouder zijn, kunnen ze zelf een tak van sport kiezen. “Daarom zit in onze oefeningen van alles wat: een beetje voetbal, een beetje volleybal, een beetje handbal.” En er komen steeds weer nieuwe sporten bij, zoals basketbal of judo. Af en toe komt er namelijk een gasttrainer uit een andere tak van sport langs, die de kinderen iets nieuws laat zien.
De cursussen aan de Bewegingsschool zijn in feite ook een alternatief voor het springen op de bank thuis – wat kinderen, zoals we allen weten, maar al te graag doen. “Hier kunnen ze op iets springen dat heel erg lijkt op een bankstel,” lacht Nicolas. Ze proberen van alles uit. “En daarbij doen ze ook dingen verkeerd – maar dat hoort erbij,” vult hij aan. De kleintjes experimenteren en worden steeds beter bij alles wat ze doen. Daarbij ontwikkelen ze op een speelse manier de mobiliteit van hun heupen, benen en armen. Of de proprioceptie, de waarneming van de eigen ledematen, de romp en het hoofd in de ruimte en ten opzichte van elkaar. En natuurlijk het coördinatievermogen. Daarnaast ontwikkelen ze andere vaardigheden. “Het lichaam moet wennen aan zijn taken, om op impulsen van buiten beter te kunnen reageren,” zegt Nicolas. “Dat gebeurt niet als je urenlang voor een computer zit. Ondanks alle civilisatie zijn wij zoogdieren. Dat betekent dat we het lopen, springen, rennen en klimmen eerst moeten leren.” En hij helpt daarbij – als iets bijvoorbeeld eens niet zo goed lukt. Verder laat hij de kinderen gewoon hun gang gaan.
Hij is ervan overtuigd dat de kleintjes door beweging niet alleen een lichamelijke, maar ook een geestelijke ontwikkeling doormaken. Men zegt niet voor niets: “een gezonde geest in een gezond lichaam”. Spelen betekent echter ook zich de tijd te nemen. Of zich te vervelen. Want verveling is nodig om creativiteit op te wekken, vindt Nicolas. Ook de creativiteit wordt in de Bewegingsschool gestimuleerd – zeker sinds de Ultra Klimpiramide Extreme van QUADRO in de hal staat. Omdat we overtuigd zijn van het concept van deze school overigens volledig gratis.
Dat was voor de kinderen een geweldige verrassing. Eerst hadden ze veel respect voor de reusachtige constructie en moesten ze er even aan wennen. Maar de vrolijke kleuren vonden ze in elk geval prachtig. En ook de vorm maakte hen erg nieuwsgierig. Intussen willen ze het liefste helemaal naar boven klimmen en hangen ze als kleine aapjes aan de buizen.
Tegenwoordig hoort QUADRO er helemaal bij. De piramide is een geweldige aanvulling op de vele matten, bruggen, banken en ballen die in de hal liggen of staan, want met dit toestel kunnen de kleine sporters uitstekend leren klimmen. Maar meer dan dat, want binnenkort gaan ze het klimrek verbouwen. Dan kunnen de kinderen hun creativiteit de vrije loop laten en zelf hun klimrek verzinnen en in elkaar zetten. Als ze de buizen in elkaar steken en met de steeksleutel vastzetten, wordt bovendien de motoriek geschoold. En omdat wij van QUADRO het concept gewoon geweldig vinden, zullen wij de QUADRO DRIVE, waarmee bijvoorbeeld stuurbare zeepkisten kunnen worden gebouwd, eveneens gratis aan de Bewegingsschool ter beschikking stellen.
Nicolas is blij dat de Bewegingsschool, die pas in september 2021 haar deuren heeft geopend, over zo’n prachtige uitrusting beschikt en dat op deze manier echt alle kinderen de mogelijkheid krijgen actief te zijn. Want in Frankrijk is een lidmaatschap bij een sportvereniging vrij duur. Hij verheugt zich erop nog veel meer kinderen het plezier aan beweging te laten ontdekken en ze te helpen om gezonde en sterke persoonlijkheden te worden.
Vond je dit interessant? Een andere manier om kinderen door middel van beweging te ondersteunen vind je in het artikel “Rotate! Meer veiligheid in het water voor de kleintjes”.
Reacties